Mallorca is Ibiza, maar dan groener, authentieker, rustiger, mooier, weidser en met stranden en baaitjes waar gewoon nog een plek is en een ligbedje nog geen vijf euro kost. God mag weten hoe lang die ‘rust’ zo blijft, maar dit eiland behoort tot mijn favoriete vakantielanden (Frankrijk en Italië zijn de andere landen, voor als je het je afvroeg).
Mallorca vind ik kindvriendelijk. Overal zie je kinderstoelen, de mensen zijn er superlief en behulpzaam, er zijn veel zandstranden en de zee is niet te koud. Wij hebben drie hotels bezocht met een goed restaurant, want wij wilden ook graag ‘uit eten’ kunnen met een babyfoon. Omdat Frenkie nu echt nog een baby is, heb ik niet per se naar kindproof plekken gezocht, maar vooral gekeken naar wat er te gek uit zag. Voor de volgende keer, als Frenkie wat ouder is, zou ik een huis boeken. En dan in de buurt van Cala d’Or, want vanaf die plek zijn er veel leuke stranden en restaurants die qua afstand niet al te ver rijden zijn.
Romantisch logeren à deux
The Pink Pepper Tree is een geweldig boutiquehotel in het midden van Mallorca, dat wordt gerund door Jacqueline en Glynn.
Een soort van ‘Ik Vertrek’-situatie die geweldig heeft uitgepakt (na heel, heel hard werken en nog steeds).
De kamers zijn ruim, er zijn hoge bedden, wit linnen en frisse badkamers. Er is een zwembad met zachte badlakens, je kunt een massage boeken en er worden zo nu en dan ook yogalessen gegeven.
Drie keer in de week kookt Jacqueline en wordt de binnenplaats omgetoverd tot een romantisch restaurant. Je krijgt een viergangendiner met wat de pot schaft (uiteraard kun je dieetwensen opgeven). Als je bij Glynn over wijn begint, dan kom je niet meer van hem af. En dat wil je ook niet. Het ontbijt is ook heel rijk: homemade brood, homemade granola, een eitje op welke manier dan ook en amandelpasta gemaakt van de amandelen uit de tuin.
Slapen in een lodge
Dat hebben wij gedaan bij Osa Major, een superdeluxe B&B, ook in het midden van het Mallorca, tegen een berg aan (uitzicht!!), waar Brenda en haar man wonen. Het is een gigantisch groot heuvelachtig groen terrein en als je er een wandeling maakt, kom je er van alles tegen: een yogaplek, een buitendouche, een infinity pool, tipitenten, romantische vergezichten en ook ergens aan het einde van het pad een lodge met een veranda die uitkijkt over de vallei. De lodge heeft twee slaapkamers en een keukentje; dat vond ik handig om eten klaar te maken voor Frenkie en lunch en snacks voor onszelf.
Er zijn ook ruime en stijlvolle kamers in de finca, het hoofdgebouw, maar ik wilde graag iets meer privé, ook in verband met eventuele vroege ochtendgeluiden van Frenkie.
Er wordt vaak ook verrukkelijk gekookt en gezamenlijk gegeten met de andere bezoekers. Brenda is de gastvrouw en zij schuift graag aan voor een praatje. Ze woont al meer dan tien jaar op het eiland en kent alle mooie plekken.
Osa Major is ook af te huren voor grote groepen, bruiloften (!) en retreats.
Hotel Cort in Palma Mallorca
Dit hotel vind je op zo’n typisch perfect pleintje, met een ijszaak een goed restaurant waar je mensen kunt loeren en eigenlijk de hele avond niet meer weg hoeft.
Het hotel is chic maar wel toegankelijk. Misschien is comfortabel een beter woord. Je vindt er gestreken linnen, strak opgemaakte bedden en Molton Brown in de douche (de lekkerste douchegel aller tijden). Je ziet overal vrolijk behang, verschillende tegeltjes, geinige bankjes en stoelen; ik heb er heel veel interieurinspiratie op gedaan.
Het ontbijt is oké, maar dat kun je natuurlijk ook ergens anders doen, want er is genoeg op loopafstand. Hotel Mamá (of Hotel Cappuccino, ik kom er niet echt goed hoe ze zich nou willen noemen) zit naast Hotel Cort en ziet er ook superfancy uit om te logeren. We hebben daar ook een paar keer op het terras gezeten, gedronken en gegeten. Dat hotel heeft twee restaurants. Je hebt er echt een hele goede sushibar (best prijzig ook) en de andere kant van het terras is een luxe grand café.
Eten bij Ca Na Toneta
Gerund door oma, moeder, tantes en zussen. Je ziet soms een man in de bediening, dat zal dan vast een broer of een neef zijn. Met andere woorden: een familierestaurant. Een menukaart met wel negen gangen, maar laat je niet afschrikken! Ten eerste is het allesbehalve stijf en ten tweede zijn het kleine gerechten, en sommige gangen komen per drie dus dat schiet dan weer lekker op. Ze zijn gespecialiseerd in natuurwijn, en nu moet ik daar nog een beetje aan wennen (ik vind het stoffig en modderig en stallig), maar ze hebben ook heel lekkere níet-natuurwijn. Wel is alles bio, net zoals het eten. Alles komt uit eigen tuin of van het eiland. Vraag of je een plek op het terras kunt reserveren, want daar is het echt funky met muurschilderingen en lampjes in de bomen.
Pas op! Er zit een winkel naast het restaurant. Je koopt daar wijn, servies en linnen. Het is er pepertjeduur, maar je gaat er wat kopen, geloof me (al dan niet ná het diner als je een glaasje hebt gedronken). Mijn moeder kookt al drie jaar in het keukenschort dat ze daar in de bediening dragen.
Stranden van Mallorca
Cala Sa Nau
64 treden naar beneden en je komt uit op een ontzettend mooi klein baaitje. Blauwe zee, (bijna) wit zand; precies zoals op een ansichtkaart. Er is een kleine kiosk met tafels en stoelen. Met je blote voeten in het zand bestel je daar schelpjes of een goede burger. Het is een klein strandje, dus ik zou zeggen: ga er vroeg heen, dan ben je zekerder van een zonnebedje. Een bed op het strand vind ik de ultieme vakantie.
Cala Falcó
Over zonnebedjes gesproken: ga hier ook vroeg heen, want rond half 11 is alles wel vergeven. 112 treden naar benden en je komt weer op een plek waar je de hele dag wil blijven hangen. Ze hebben een restaurant waar je niet goed kunt reserveren, tenminste, een telefoonnummer is moeilijk te vinden, dus bij aankomst moet je proberen direct een tafel vast te zetten (of misschien heb je wel je eigen lunch meegenomen). In deze baai varen ook veel kleine speedbootjes met mensen die ‘even komen lunchen’ vanaf hun jacht. Voor mij heerlijk om naar te loeren van achter mijn zonnebril.
Cala Portals Nous
52 treden (ik kan er een paar naast zitten) naar beneden. Dit is een wat groter strand met genoeg bedden en parasols. Een familiestrandje waar wij veel Spanjaarden om ons heen zagen, maar ik weet natuurlijk niet hoe dat zit in het hoogseizoen. In het midden van het strand staat een kiosk met heel goede en superverse juices en goed belegde stokbroodjes.
Lees hier mijn tips voor Puglia.